Meer over Uitwaaien.be

donderdag 8 september 2016

Heksenboter in Zomergem

Heksenboter (Fuligo septica) behoort tot de Myxomyceten of Slijmzwammen. Het wordt niet tot het dierenrijk gerekend, maar ook niet tot het plantenrijk.
Net als paddenstoelen en varens ontstaat een slijmzwam uit een spore, een soort van primitief zaadje. Uit een spore van een slijmzwam komen na kieming één tot vier amoeben (protoplasmen)  tevoorschijn: eencellige organismen die zich voeden met bacteriën en schimmels. Als ze groot genoeg zijn begint de celdeling, en kunnen omvangrijke kolonies ontstaan. 
Na versmelting ontstaan zygoten, die zich op dezelfde wijze voeden met bacteriën, schimmels en ander organisch materiaal. In deze fase neemt de protoplasmamassa enorm toe, dit wordt het plasmodium (zie eerste foto) genoemd. Opvallend is dat het plasmodium zich kan verplaatsen, op zoek naar voedsel of betere omstandigheden. Op dezelfde foto ziet men links van de heksenboter gele sporen, waaruit blijkt dat er een verplaatsing naar rechts is gebeurd.
Na enige dagen gaat het plasmodium over tot vruchtvorming,  en droogt het helemaal op. Wat blijft is een plakkaat met sporen die door de wind en door dieren (bijvoorbeeld slakken) worden verspreid (zie de tweede foto).
Ongelooflijk maar waar: slijmzwammen kunnen leren, hebben een primitief geheugen, en kunnen in een doolhof de meest gunstige weg vinden naar voedsel.
Heksenboter lijkt op boter, maar is het duidelijk niet: de boter, zo dacht men vroeger,  moest wel gekarnd zijn door een heks – vandaar de naam.