De Wulp (Numenius arquata) is de grootste steltlopersoort van onze contreien en heeft ook de langste snavel. Bij ons komt de wulp het jaar rond voor. Hij laat zich vaak opmerken door een vérdragend "koer-líe...".
De Regenwulp (Numenius phaeopus) is de kleinere en noordelijkere tegenhanger van de wulp. Hij broedt niet in ons land, maar is een doortrekker in voorjaar (meer binnenland) en najaar (meer aan de kust). Regenwulpen hoor je vaak eerder dan dat je ze ziet, het geluid is een karakteristieke triller: “bibibibibibi”.
De regenwulp (bovenste foto) is kleiner en donkerder dan de wulp (onderste foto), en heeft een kortere snavel, een opvallend getekende kop met een smalle lichte kruinstreep, donkere zijkruinstrepen, een lichte wenkbrauwstreep, donkere oogstreep en een opvallende oogring.
Het exemplaar op de foto werd eind december gefotografeerd in Nieuwpoort: het betreft dus één van de zeldzame winterwaarnemingen van de regenwulp.