De voederplaats in de tuin, begin december opgezet, is gisteren verwijderd... tijd voor de vogeltjes om zélf terug de handen uit de mouwen te steken.
Hoewel de winter absoluut niet streng was met hoogstens enkele nachten vrieskou, hebben we kunnen genieten van een gefladder van jewelste. Kool- en pimpelmees, ring- en huismus en turkse tortel waren sterkst vertegenwoordigd, met een constante aanwezigheid van minimum 20 exemplaren per soort. Verder nog kunnen noteren: staartmees (een groepje waarvan er, net als 2 jaar geleden, één koppeltje is gebleven), roodborst, winterkoning, heggenmus, goudhaan (één koppel, dat nu broedgedrag vertoont), merel, zanglijster, grote bonte specht, houtduif (al jaren hetzelfde exemplaar met de afhangende vleugel), sijs (één keer 2 exemplaren), groenling, vink, zwarte mees (invasief voorkomen in Vlaanderen, met een constante aanwezigheid van 2 exemplaren tot begin januari), ekster en spreeuw.
Met zijn allen verorberden deze gulzigaards: 15 kilo pindanootjes,10 kilo havermout met gedroogde meelwormen, 2 kilo zonnebloempitten, 15 kilo fijn vogelzaad (in de silo), 40 kilo gebroken kippenzaad (als strooizaad), aardappel- en broodresten, pindakaas met zaden en vruchten en massa's appels (overgehouden uit de tuin).
Hieronder een foto van de voederplaats - die elk jaar iets groter lijkt te worden...